Knaagdieren

Knaagdieren zijn er in alle soorten en maten. Wanneer u overlast heeft, is het zaak hier snel iets aan te doen. Knaagdieren zoals muizen en ratten kunnen namelijk voor grote schade en overlast zorgen, omdat ze moeten knagen om ervoor te zorgen dat hun voortanden niet doorgroeien.

Schade en overlast door knaagdieren

Veel voorkomende soorten knaagdieren

Huismuis

Kenmerken

Knaagdieren o.a de huismuizen hebben een zachte, bruingrijze vacht die op de buik iets lichter is dan op de rug. Ze hebben grote ogen en oren, zij het niet zo groot als die van de bosmuis. Ook heeft de huismuis een karakteristieke muffe geur. De geringde, geschubde staart is ongeveer even lang als de muis zelf. De grootte van de huismuis is onder andere afhankelijk van de habitat: muizen op eilanden zijn vaak groter dan op het vasteland.

Een volwassen huismuis heeft een kop-romplengte van 72 tot 103 millimeter, een staartlengte van 70 tot 95 millimeter en een lichaamsgewicht van 12 tot 22 gram. Vrouwtjes zijn meestal zwaarder dan mannetjes. Na 2 maanden is de jonge muis weer geslachtsrijp.


Spitsmuis

Kenmerken

De spitsmuizen (Soricidae) vormen een grote familie van zoogdieren uit de orde der insecteneters (Eulipotyphla). De familie omvat bijna 500 verschillende soorten en is daarmee één van de grootste zoogdierfamilies. Het zijn kleine, muisachtige dieren met een spitse snuit en korte poten. De ogen zijn klein, maar daarentegen zijn het gehoor en reukvermogen goed ontwikkeld. Spitsmuizen hebben korte haartjes, meestal bruinachtig of grijs van kleur. Het grootste deel van de soorten leeft alleen en is zowel ’s nachts als overdag actief. Ze zijn carnivoor en eten daarnaast plantaardig voedsel. Veel spitsmuizen zijn insectivoor.

Spitsmuizen hebben een extreem hoge hartslag, tot van meer dan 600 tot 1200 slagen per minuut bij verhoogde intensiteit. Hierdoor leven ze ook relatief kort, maximaal 2,5 jaar.

Spitsmuizen bezitten een cloaca, een primitieve uitgang van zowel het voortplantings- als het spijsverteringsstelsel. Bij de meeste zoogdieren zijn deze uitgangen gescheiden. Ook zijn spitsmuizen giftig: hun speekselklieren scheiden een giftige substantie uit. De spitsmuizen behoren tot de kleinste zoogdieren. Het kleinste landzoogdier is de wimperspitsmuis. Alleen Kitti’s varkensneusvleermuis is kleiner. Een andere, niet nauw verwante Europese spitsmuis, de kleine dwergspitsmuis, wordt iets groter.


Zwarte rat

Uiterlijk van de zwarte rat:

Rug en buik blauwgrijs tot zwart, ook andere kleurvariëteiten: grijsbruine rugvacht, licht- tot middelgrijze buikvacht, eveneens. grijsbruine rugvacht doch witte buikvacht. Slank, vrij spitse snuit, grote oren. Staart langer dan het lichaam. Volwassen: 14 tot 23 cm lichaamslengte, ongeveer 150 tot 250 gram lichaamsgewicht.

Ontwikkeling van de zwarte rat:

  • Per jaar gemiddeld 6 worpen van 6 tot 10 jongen.
  • Jongen na 3 maanden geslachtsrijp; draagtijd 20 tot 24 dagen.
  • Levensduur maximaal vier jaar, gemiddeld ongeveer 2 jaar.

Leefwijze van de zwarte rat:

  • Knaagdieren zoals de zwarte rat is een uitstekende klimmer en springer, eet alles, vnl. granen.
  • Leeft op hoge, droge plaatsen in gebouwen en aan boord van schepen.
  • Uitwerpselen spits van vorm, ongeveer 1 cm lang en 0,2 à 0,3 cm dik.
  • Loopsporen, onder andere veroorzaakt door buiksmeer.

 


Bruine rat

Uiterlijk van de bruine rat:

  • Knaagdieren zoals de bruine rat is de rug meestal grijsbruin, buik lichter. Allerlei kleurvariaties mogelijk.
  • Stevige bouw, vrij stompe snuit, oren zichtbaar.
  • Staart iets korter dan het lichaam.
  • Volwassen: lichaamslengte 22 tot 30 centimeter, lichaamsgewicht ca.  500 gram.
  • Sporen: uitwerpselen stomp, tot 2 centimeter lang, 0,5 centimeter dik,  buiksmeer, looppaden (wissels).

Ontwikkeling van de bruine rat:

  • Draagtijd 21 tot 23 dagen, maximaal 15 worpen, bestaande uit 7 tot 10  jongen.
  • Jongen na 3 maanden geslachtsrijp.
  • Levensduur gemiddeld circa één jaar, maximaal 2 tot 3 jaar.

Leefwijze van de bruine rat:

  • ‘Cultuurvolger’, uitstekende graver en zwemmer.
  • Vooral ’s nachts actief;
  • Alleseter met een voorkeur voor het beste.
  • Komen voor langs slootkanten, in ruigten, in riolen en mestputten, op  afvalstortplaatsen, in gebouwen en kruipruimten.